Bezwaar tegen PET recycling fabriek op Chemelot Campus
Op de Chemelot-Campus is in 2018 een fabriek gepland waarin PET (een kunststof die o.a. voor limonadeflessen gebruikt wordt) gerecycled wordt. Het Graetheidecomité is van mening dat die fabriek niet op de Campus thuishoort maar op een fabrieksterrein. We hebben daarom onderstaande zienswijze ingediend bij de proviincie.
Ons bezwaar is dat het in de aanvraag niet gaat om een pilotplant maar om een volwaardige productieplant die daarom niet thuis hoort op de Campus maar op het Chemelot Industrial Park.
Dat de aangevraagde installatie geen pilotplant is concluderen wij uit het volgende.
1. De geplande capaciteit van 10.000 t/j (1300 kg/h) is voor een pilotplant extreem hoog. Pilotplants zijn in de regel niet groter dan 10 kg/h. Zie hiervoor bijlage 1.
2. Een demonstratieplant voor dit proces met een capaciteit van ongeveer 40 kg/h wordt door Ioniqa al bedreven in Rotterdam (zie bijlage 2). Het is onlogisch en zinloos om een demonstratieplant te laten volgen door een pilotplant.
3. In het persbericht van Ioniqa en andere publicaties wordt de in Geleen te bouwen plant steeds een PET Upcycling plant genoemd. Het woord pilotplant komt in deze publicaties niet voor. Op haar website noemt Ionica het een "industrial plant". Met een verwachte omzet van € 20 miljoen lijkt het zelfs niet op een pilotplant. Voor de geciteerde publicaties zie bijlage 2.
1. De aanwezigheid van grote hoeveelheden brandbaar materiaal op de drukbevolkte Campus heeft een negatieve invloed op de veiligheid. Hetzelfde geldt voor het transport met vrachtwagens over de Campus, die daar niet optimaal voor ingericht is. Het OVV-rapport stelt het volgende over de veiligheid op de Campus: "Zo ontbreekt een expliciete en navolgbare afweging tussen het belang van de activiteiten op de Campus en de veiligheidsrisico’s voor de mensen op de Campus". Die afweging ontbreekt ook ten aanzien van de nu aangevraagde plant.
2. De beperkte ruimte op de Campus moet gebruikt worden voor activiteiten die op de Campus beter tot hun recht komen dan elders. Worden veel andere activiteiten op de Campus toegelaten, dan betekent dit dat op termijn delen van de Campus in een gebied gevestigd gaan worden dat nu behoort tot de "goudgroene" natuur (de Lexhy). Dit is ongunstig voor de Campus zelf (grote afstanden tussen de Campusbewoners), voor de verkeerssituatie (kruispunt Urmonderbaan-Oude Postbaan) en voor de weinige nog bestaande natuur in de omgeving. Het ruimtebeslag van de PET-plant, 2000 m2 , legt een te groot beslag op de schaarse ruimte die op de Campus aanwezig is, zeker gezien het feit dat het maar 15 arbeidsplaatsen oplevert.