Van karrenspoor tot A2; transportwegen door Graetheide
Romeinse tijd.
De eersten die verharde wegen in de streek aanlegden waren de Romeinen. Die wegen dienden niet alleen voor goederenvervoer maar ook voor het leger. Van Maastricht liep vermoedelijk een weg langs de Maas naar het noorden. Hij volgde door Stein en Urmond ongeveer de route via het Houterend in Stein en de Heirstraat in Urmond (heir is de Romeinse naam voor leger). Verder ging de weg over de huidige Molenweg, voorbij het Stenen Kruis en dan richting Obbicht (waar nu de Beelaertsstraat is). Vandaar ging het richting Grevenbicht. Er zijn trouwens weinig bewijzen gevonden van het bestaan van deze weg. In Grevenbicht was een kruising met een weg uit de richting Sittard die mogelijk over de Maas liep. Hoe men de Maas passeerde is niet bekend. In Grevenbicht zijn nog resten van deze weg gevonden. Na de aftocht van de Romeinen raakten de wegen in verval. Van de tijd daarna is weinig bekend.
De Maas als handelsroute
Een schip op de Maas bij Urmond. Tekening uit 1561. |
Aan het einde van de Middeleeuwen was scheepvaart op de Maas de belangrijkste transportmogelijkheid van noord naar zuid en omgekeerd. Urmond was in die tijd al een belangrijke haven. Vanuit het zuiden werd vooral Naamse steen, mergel, hout, steenkool en kalk aangevoerd; vanuit het noorden kwamen veel levensmiddelen zoals vis, kaas en olie. Vanuit Urmond werd dit met paard en wagen verder gebracht.Scheepvaart op de Maas was niet eenvoudig, vooral stroomopwaarts niet. De boten werden dan door paarden getrokken. Het lijnpad waarover de paarden liepen lag niet altijd aan dezelfde kant van de Maas, zodat de paarden af en toe over de Maas gezet moesten worden. Daarvoor had elk schip een platte boot op sleeptouw, die gebruikt werd om de paarden over te zetten. Maar als het water niet te hoog was gingen de paarden gewoon door de Maas. Op de plaats waar overgestoken moest worden stond meestal een kruis. De schipper huurde een lijnknecht met paarden en een loods voor een bepaald traject. Overal langs de Maas waren herbergen waar men kon eten en paarden kon huren. Het huidige café Molenveld (tegenover Nattenhoven) was zo'n plaats. Bij de volgende pleisterplaats gingen lijnknecht en paarden terug en huurde de schipper weer nieuwe. Stroomafwaarts sleepten de boten een zware ketting achter zich aan, waardoor ze automatisch op het diepste punt bleven. De schepen konden 6-8 ton goederen vervoeren en werden getrokken door 3 tot 7 paarden. Er waren ook lijndiensten op de Maas: schepen die op bepaalde tijden naar de markt in b.v. Maaseik of Maastricht voeren. Van Grevenbicht was voer een marktschip naar Maaseik vanaf 1585 tot 1745. Vanaf Urmond was er lijndienst naar Maastricht. Ook Elsloo en Stokkem waren halteplaatsen voor marktschepen.
Nadat in 1826 de Zuid-Willemsvaart gereed kwam nam het belang van scheepvaart op de Maas sterk af. Na 1850 was de haven van Urmond niet meer bruikbaar omdat hij dichtgeslibd was. Na het graven van het Julianakanaal (1933) kwam en definitief einde aan scheepvaart op de Maas. Dit kanaal doorsnijdt een stuk van het oorspronkelijke Graetheide.
De Maasbaan richting Duitsland
Vanaf 1398 tot 1795 hoorde Urmond (en ook Born en Sittard b.v.) tot het Duitse hertogdom Gulik. Urmond was de enige Maashaven die Gulik had en was daardoor nogal belangrijk. De handelswaar werd dan ook vooral richting Gulik (Jülich) getransporteerd. Dit gebeurde via de Maasbaan die door Graetheide van Berg naar Sittard liep. Dit was de enige met grind verharde weg. De weg was ook belangrijk als transportroute van Antwerpen naar het Rijnland via het veer in Berg. Dit veer wordt al in 1383 genoemd en was een van de weinige veerponten op de Maas waar ook vracht overgezet mocht worden. Vanuit Antwerpen werd vooral zeevis en kaas naar het oosten vervoerd; in omgekeerde richting ging veel Rijnwijn. Het vervoer ging met twee-assige wagens, getrokken door twee of meer paarden. Per dag werd 40-50 km afgelegd.
De Maasbaan liep vanaf de kerk in Berg (die in 1408 ingezegend werd) langs het Stenen Kruis (dat werd overigens pas veel later gebouwd). Verder ging het aan de zuidkant langs Guttecoven en via de noordkant van Einighausen naar de Limbrichterpoort in Sittard. Een rechtstreekse weg van Urmond naar Sittard bestond niet. Wel was er een voetpad dat gebruikt werd om naar de markt in Sittard te gaan. Pas eind 19e eeuw kwam hier een weg. Dat de transportweg van Urmond naar Sittard via Berg liep komt waarschijnlijk doordat de Maasbaan er al was (als deel van de route Antwerpen-Rijnland) voordat Urmond als haven belangrijk werd.
De Steenweg (Bergerweg)
In de tweede helft van de 18e eeuw was de handel en het vervoer per postkoets zo sterk toegenomen dat de hertog van Gulik betere wegen nodig vond. Tussen 1768 en 1771 werd de Steenweg tussen Berg en Sittard aangelegd: de huidige Bergerweg. De nieuwe weg werd 7,3 meter breed en werd met een laag van 15 cm grind verhard. De Maasbaan werd daarna niet meer gebruikt; in 1828 waren alle hele stukken weg (omgeploegd).
De Bergerweg loopt met een knik om Einighausen heen omdat Einighausen bij de vrije Rijksheerlijkheid Limbricht hoorde en dus niet bij het hertogdom Gulik. In 1769 klaagde de schepen van Limbricht echter bij de hertog van Gulik dat de nieuwe weg over een lengte van 740 voet (232 m.) over Limbrichts gebied liep. Na veel discussies en brieven ging Limbricht toch accoord, in ruil voor een groter deel van Graetheide. De bedoeling van de aanleg van de nieuwe weg was de handelsroute van Antwerpen naar het Rijnland nieuw leven in te blazen. Hiervan kwam echter weinig terecht omdat de bisschop van Luik niet voor aansluitende wegen aan de westkant van de Maas zorgde. Hij zag liever dat de route via Luik gebruikt zou worden.
De Oude Postbaan
De handelswegen in noord-zuid-richting waren veel minder van belang omdat het vervoer in die richting veelal over de Maas ging. In de Middeleeuwen en tot de Franse tijd waren er wel (vaak onverharde) wegen die in die richting door Graetheide liepen. Het tracé van de Romeinse heirbaan bleef altijd in gebruik. Verder was er nog een weg van Maastricht naar Roermond die meer oostelijk liep (enkele honderden meters westelijk van de latere Oude Postbaan). Van deze weg zijn nog stukken aanwezig als veldweg, o.a. in de Bramert. De weg heet nog Oude Baan. Of deze wegen verhard waren en of ze van belang waren voor de handel is niet bekend. In elk geval waren ze zo slecht dat in de Franse tijd (1812) besloten werd tot de aanleg van een nieuwe weg, de Oude Postbaan. De Fransen, die dachten nog lang de baas te blijven in de streek vonden goede wegverbindingen erg belangrijk om hun gebied onder controle te houden. Nadat ze in 1815 verdwenen waren werd de weg echter verwaarloosd. Nadat vanaf 1839 heel Limburg definitief bij Nederland hoorde werd er in 1844 weer een nieuwe weg van noord naar zuid aangelegd: de rijksweg door Sittard. De Oude Postbaan raakte in verval. Na opening van de Staatsmijn Maurits in 1926 werd hij veel gebruikt door mijnwerkers om naar hun werk te gaan. Daarom werd hij in 1936 nog eens opgeknapt. Pas in 1964 werd de Postbaan geasfalteerd.
De laatste (vijfde) handelsweg noord-zuid werd de A2 die rond 1960 door Graetheide werd aangelegd.
Bronnen:
1. P. Schulpen, De aanleg van de Bergerweg in Historisch Jaarboek Land van Zwentibold 2005
2. Overmunthe-Uit het rijke verleden van Berg en Urmond