Graetheidecomité tegen OPAC
Het Graetheidecomité is tegen de bouw van een ondergrondse energieopslagcentrale (OPAC) op Graetheide.De belangrijkste bezwaren van het comité zijn:
1. het feit dat hiermee de CO2-emissie (in tegenstelling tot wat de initiatiefnemers stellen) niet vermindert maar zelfs groter wordt;
2. dat er een subsidie van ongeveer 1 miljard nodig is, terwijl de maatschappelijke baten zeer gering of mogelijk zelfs negatief zijn;
3. dat er voor energieopslag betere alternatieven zijn;
4. en het feit dat de locatie op Graetheide hiervoor niet geschikt is.
Mogelijke voordelen OPAC.
Initiatiefnemer Sogecom baseert het nut van de OPAC voornamelijk op het feit dat er in de toekomst te veel windmolens zijn om die ook in de nacht te laten doordraaien. Volgens EZ, dat zich baseert op rapporten van Tennet, ECN en TU Delft, zal deze situatie zich echter niet voordoen. Uit ervaringen in Denemarken blijkt ook dat dit niet het geval is. Wel zullen dan ’s nachts kolencentrales teruggeregeld moeten worden als er veel wind is.De plannen zijn om in 2020 ongeveer 6 GW (piekvermogen) aan windenergie te hebben. Als het ’s nachts hard waait zijn er zeker 5 GW over. Een OPAC kan ongeveer 0,6 GW opslaan. Dus er zouden 8 OPAC’s nodig zijn om dit kwijt te kunnen als de kolencentrales niet terugegeregeld worden.De in kolen- of gasgestookte centrales opgewekte energie kan ook worden opgeslagen in de OPAC, maar dan neemt de CO2-emissie toe om de volgende redenen:
- het rendement van een OPAC is 80 %, dus 20 % van de erin gestopte energie gaat verloren; de CO2-emissie neemt dus met 25 % toe;
- opslagmogelijkheid leidt volgens EZ tot meer kolencentrales die 70 % meer CO2 produceren dan gasgestookte;
- het energieverbruik tijdens de bouw leidt tot een grote CO2-emissie. ,
Ook wordt vaak als argument voor een OPAC genoemd dat deze evenveel stroom levert als twee kolencentrales. Dat klopt niet, want een moderne kolencentrale levert 1100 MW gedurende 24 uur per dag en de OPAC 1400 MW gedurende slechts 6 uur. En gedurende de overige 18 uur produceert de OPAC niets, er moet dan 600 MW ingestopt worden! Een OPAC levert geen stroom; er wordt alleen stroom tijdelijk opgeslagen. De werkelijke reden voor het streven naar een OPAC lijkt ons niet de zorg om het stoppen van windmolens maar de bouw van kolencentrales. Essent, Nuon en E.ON nemen niet voor niets deel in het project: alle drie hebben ze een nieuwe kolencentrale in Nederland gepland. Daar is winst mee te maken omdat de stroomprijs in Nederland hoog is en kolencentrales goedkoop. En om de stroom ‘s nachts kwijt te kunnen moet er een opslagsysteem komen. Op kosten van de belastingbetaler natuurlijk, want dat betekent extra winst voor de kolencentrales.
Investerings- en operationele kosten
De geraamde investeringskosten bedragen 2,09 miljard Euro (informatie Tennet). In maart 2008 werd dit nog op 1,7 miljard geraamd. Oorspronkelijk wilden Essent, Nuon en E.ON samen 1,2 miljard bijdragen. Men wil van de overheid een subsidie van 0,9 miljard. Te vrezen valt dat dat nog wel meer zal worden omdat de kosten van zulke grote projecten meestal veel hoger zijn dan geraamd. Het zou de overheid dus best nog eens 2 miljard kunnen kosten. Inmiddels (2010) zijn die energiemaatschappijen niet meer zo enthousiast..
Wat hiertegenover staat als maatschappelijke baten is door deputé Kersten als volgt geformuleerd: “het is duurzaam, zorgt voor extra werkgelegenheid en sluit goed aan bij de mijnbouwtraditie van Limburg en bij het mijnwaterproject in Heerlen”.Dat het niet duurzaam is (de CO2-emissie neemt toe) hebben we al aangetoond. Of we in Limburg, gezien de sterke afname in beroepsbevolking nog behoefte hebben aan dit soort extra werkgelegenheid is zeer de vraag. En als het enige maatschappelijke voordeel het aansluiten aan de mijnbouwtraditie is, dan is het prijskaartje wel erg hoog.Ook de operationele kosten van een OPAC zijn hoog. Het energieverlies bedraagt 20 % en dat betekent per dag een verlies aan elektrische energie ten bedrage van 100.000 Euro (gerekend aan nachttarief).
Alternatieven
Er zijn meerdere systemen beschikbaar om, indien dat nodig zou zijn, energie op te slaan of de noodzaak van opslag te verkleinen. Diverse studies zijn uitgevoerd om deze systemen met elkaar te vergelijken. Als beste optie komt steeds naar voren een betere koppeling van de netten in Europa, waardoor meer energie uitgewisseld kan worden. Noorwegen b.v. gebruikt ’s nachts meer stroom dan overdag (voor verwarming van de huizen). Er ligt al een kabel naar Noorwegen om energie uit te wisselen; een tweede zou goed mogelijk zijn. Andere landen hebben mogelijkheden voor opslag in een bassin op een berg i.p.v. onder de grond. De waterkrachtcentrales in Noorwegen en Zweden kunnen makkelijk aangepast worden zodat ze ook energie kunnen opslaan. Dat is veel goedkoper dan een OPAC en er is een capaciteit gelijk aan die van 40 OPAC's. Uitwisseling met die landen is dus ook een optie. En als er toch gekozen zou moeten worden voor opslagvoorzieningen in Nederland, dan zijn volgens een studie van ECN (dec. 2007) een CAES (opslag d.m.v. samengeperste lucht in een zoutkoepel) en het plan Lievense (eiland in zee) aantrekkelijker en eerder rendabel dan een OPAC. En de laatste nieuwe trend is decentrale opslag in de accu's van electrische auto's.
Locatie Graetheide
![]() |
Hier zou de OPAC moeten komen.
|
De keuze voor Graetheide als vestigingsplaats is erg ongelukkig. De Westelijke Mijnstreek is al praktisch helemaal volgebouwd met industrie, woningen en infrastructuur. Het woonklimaat is door het ontbreken van voldoende groen en recreatievoorzieningen verre van optimaal. De laatste jaren wordt er hard aan gewerkt om dit te verbeteren, maar een OPAC doet daar sterk afbreuk aan. Een bovengronds bassin van 30 ha is geen aanwinst voor de omgeving, ook al wordt het voorzien van een groengordel. Verder zal er gedurende de 7 jaar dat de bouw duurt grote overlast ontstaan door het storten van de uitgegraven steen in schepen op het Julianakanaal. Vooral in de dorpen Berg a/d Maas, Obbicht en Graetheide zal het geluidsniveau vaak boven het wettelijk maximum komen te liggen. En dat in een tijd dat de afgravingen langs de Maas ook al voor de nodige overlast zorgen. Volgens geologen is echter op 1400 meter diepte geen stabiel gesteente aanwezig. Er zitten breuken en kolenlagen. Een ander probleem op 1400 m diepte is de temperatuur, die daar 45-47 graden bedraagt. Koelen is mogelijk (in Zuid-Afrika doet men dat), maar doordat dan ook het gesteente afgekoeld wordt en gaat krimpen is er een groot instortingsgevaar. Het lijkt ons niet verantwoord om mensen onder die omstandigheden daar vijf jaar lang te laten werken. Zeker niet gezien in het licht van het POL, waar in staat dat er gestreefd wordt naar “een meer kennisintensieve en hoogwaardige werkgelegenheid op Graetheide”. Bovendien leidt het warme water in het bassin, afhankelijk van de weersomstandigheden, tot mistwolken over de A2 en de omliggende dorpen.