Wat is er nog aan natuur over op Graetheide?
Van de oorspronkelijke Graetheide is nu nog maar weinig niet bebouwd. Eigenlijk zijn het nog maar twee stukken: het Graetheideterrein en de Lexhy. En er is nog wat landbouwgebied langs de Bergerweg en in Bramert-noord.
Het stuk van 200 hectare tussen het Julianakanaal en de A2 vanaf de Bergerweg tot aan het dorp Graetheide (verder Graetheideterrein genoemd) is in gebruik voor landbouw. Aan natuurontwikkeling is er de laatste 50 jaar niets gedaan. Wel is er door DSM aan de rand van het gebied een 50 meter brede groenzone aangeplant. In 2009 besloot de gemeenteraad een ecologische verbindingszone aan de noordkant van het gebied te maken. Die moet het Maasdal verbinden met Grasbroek/Limbrichterbos. Nu, 13 jaar later, is er nog geen begin van een plan gemaakt. Toch is er nog wel fauna op Graetheide zoals ree, haas, konijn en eekhoorn. Ook zijn er weidevogels zoals de patrijs, bosfazant, Europese kwartel en kievit. En de steeds zeldzamer wordende veldleeuwerik is met een behoorlijk aantal vertegenwoordigd. Dit geldt ook voor de kleine gele kwikstaart, de kneu, de putter, de witte kwikstaart en de graspieper. Ook roofvogels zoals de buizerd, (twee broedende koppels de laatste jaren), de sperwer en de torenvalk zijn vaste bewoners van Graetheide. Tijdens de vogeltrek strijken ooievaars, vinken en kepen neer op de akkers om te foerageren waarna ze verder doortrekken.
Het bronnengebied van de Kingbeek, dat aan het Graetheideterrein grenst, is een zeer waardevol natuurgebied. De watertoevoer komt vanuit het Graetheideplateau via een grindbank in de ondergrond. Het bronnengebied is een moerasbos met zeldzame planten en dieren. De ijsvogel is een vaste bewoner van het gebied.Er komen zeldzame soorten kokerjuffers, platwormen en watermijten voor. Sommige soorten zoals de kokerjuffer Apatania muliebris en de watermijt Libertia obesa komen vrijwel nergens anders in Nederland, België en het aangrenzende Duitsland voor. Daarnaast groeien er enkele bijzondere vaatplanten en mossen zoals verspreidbladig goudveil, beekdikkopmos en diknerfmos. Het ecosysteem is zeer gevoelig voor verstoringen in de hoeveelheid, de kwaliteit en de temperatuur van het bronwater.
Een tweede natuurgebied dat van het oorspronkelijke Graetheide nog is overgebleven is de Lexhy. Na de privatisering in 1818 werd het gebied opgekocht door de Belgische grootgrondbezitter Michiels, die er een grote villa (het inmiddels afgebroken kasteel Welschenheuvel) liet bouwen. Na zijn dood in 1902 ging het naar zijn neef Armand de Lexhy. Het gebied van ongeveer 100 hectare draagt nog steeds zijn naam. Het bestaat voor de helft uit bos, dat door de provincie gekwalificeerd is als goudgroene natuur (het Limburgse deel van het Nationale Natuurnetwerk). Binnen die goudgroene zone streeft de provincie naar behoud van de aanwezige natuur en de ontwikkeling van nieuwe natuur. De andere helft van de Lexhy is een landbouwgebied dat is omzoomd door een groengordel. Het gebied is niet toegankelijk. Voor de natuur is dat gunstig; er zitten b.v. veel reeën.