Waar is nog plaats voor een OPAC?
Januari 2016
De provincie heeft uitgezocht waar een OPAC gebouwd kan worden als het op Graetheide niet kan. In onderstaand kaartje is met de rode stippellijn het gebied aangegeven waar de meeste kans is dat de ondergrond geschikt is. Daar verwacht men op de juiste diepte een geschikte kalksteenlaag. Ook lokaties buiten dit gebied zijn mogelijk omdat dan ondergronds op 1400 meter diepte een tunnel gemaakt kan worden naar het ondergrondse bassin. Daarom blijft Graetheide ook nog mogelijk voor het bovengrondse deel. De cirkels geven het gebied aan dat nodig is voor het waterbassin. De lokaties 1 (Meers) en 2 (Chemelot) zijn volgens de provincie het meest geschit. Nadeel van het Chemelot-terrein is dat er veel industrieterrein verloren gaat door het waterbassin. Bij Meers kan helemaal geen bovengronds bassin; dat zou dan in België (Kotem) moeten komen. Lokatie 3 (de gipsdeponie) heeft als nadeel dat eerst alle gips afgevoerd moet worden. De provincie heeft ook nog een aantal lokaties bij Beek en Schimmert onderzocht, maar die bleken totaal ongeschikt.
OPAC : verspilde energie.
Maart 2012 door Perry van der Steen, lid van Provinciale Staten voor de VVD.
Al bijna drie decennia lang wordt er gepraat over de mogelijkheden om energie op te slaan in Zuid-Limburg. De discussies spitsen zich de laatste zeven, acht jaar toe op de aanleg van een OPAC (Ondergrondse Pomp Accumulatie Centrale). Die centrale zou dé oplossing bieden en Zuid-Limburg meteen op de kaart zetten als een voorbeeldregio voor duurzame energie.
Al dat gepraat gaat inmiddels gepaard met onderzoeken, tegenonderzoeken, vervolgonderzoeken en duizenden uren aan ambtelijke inzet. In die dertig jaar zijn daarmee al miljoenen euro’s op weinig duurzame wijze in rook opgegaan.
Inmiddels is duidelijk dat na Geverik ook Graetheide, het landbouwgebied tussen Geleen en Born niet echt geschikt is voor een OPAC. Ondergrondse breuklijnen zorgen voor extra risico’s en megakosten. Die kosten worden inmiddels al geraamd op zo’n 1,8 miljard euro en vallen in de praktijk natuurlijk nog veel hoger uit. Toch wordt er in de regio alweer vrolijk gezocht naar alternatieve locaties. En de provincie wil daarmee nog wel even doorgaan, ofschoon het Rijk de steun aan het project al stopgezet heeft. Onze eigen minister Maria van der Hoeven geloofde er in 2010 al niet meer in.
De Statenfractie van de VVD oordeelt nu ook dat er niet nog langer energie moeten worden gestoken in OPAC. We hebben te lang op het verkeerde paard gewed. OPAC is in essentie een mooi systeem. Het principe komt erop neer dat via een groot ondergronds meer energie wordt opgewekt. In Duitsland en Scandinavië zijn die centrales erg succesvol. Maar in die landen zijn natuurlijk hoogteverschillen aanwezig. In Zuid-Limburg moet een hoogteverschil van 1400 meter worden gecreëerd door zeven jaar lang te graven.
Natuurlijk barst ook de VVD van ambitie om duurzame energie een forse injectie te geven. We omarmen de komst van een Limburgs energiefonds. Maar de VVD wil daarbij wel met twee benen op de grond blijven staan. De regeling Limburgse Energiesubsidies (LES) is daar een mooi voorbeeld van. Particulieren hebben de afgelopen maanden massaal gebruik gemaakt van de regeling om met subsidie zonnepanelen te kunnen installeren.
Van de VVD mag die regeling snel uitgebreid worden richting bedrijfsleven. Maar dan met aantrekkelijke leningen waarmee investeringen in duurzame energie snel kunnen worden terugverdiend. Daarmee stimuleren we inwoners en bedrijfsleven om in eigen huis en bedrijf zelf innovatief aan de gang te gaan. Ook door bewuster om te gaan met huishoudelijke apparatuur, energie op te slaan in accu’s voor zowel de auto als thuis en het energiegebruik verder toe te spitsen op pieken en dalen in het stroomaanbod. Die aanpak staat dicht bij de mensen, zorgt voor breed draagvlak en snelle groei van duurzame energie.
Die aanpak levert geheid meer rendement op dan te blijven zoeken naar de haalbaarheid van OPAC: een peperduur en risicovol project waaraan alleen nog maar energie en geld is verspild.
TNO-onderzoek: Graetheide ongeschikt voor OPAC
Mei 2011
TNO vindt dat voor een OPAC een terrein meer zuidelijk langs de Maas gezocht moet worden. Ergens in de buurt van Meers of Catsop. Dat blijkt uit een uitvoerige studie naar de geologische ondergrond onder Graetheide, die TNO gedaan heeft op basis van al bekende gegevens (er is dus geen nieuw seismisch onderzoek of boringen gedaan).
Nadat het Graetheidecomité er al vaker om had gevraagd heeft de provincie eindelijk een onderzoek laten doen om te bekijken of de ondergrond op Graetheide geschikt is om er een OPAC te bouwen. Hiervoor moeten op 1400 meter diepte kilometers tunnels geboord worden. Het Graetheidecomité is al lang van mening dat de aanwezigheid van kolenlagen en breuken op die diepte onder Graetheide het boren van tunnels onmogelijk maakt. Het comité heeft ook met twee deskundigen hierover gesproken en beiden bevestigden dit. Herhaaldelijk heeft het comité erop aangedrongen een studie hiernaar te doen. Het laatst hebben we dat in december 2010 in een commissie van Provinciale Staten gevraagd. Het onderzoek was in april 2011 klaar, maar de provincie wilde het niet vrijgeven. Eind mei kregen de Limburgse kranten het rapport in handen en de conclusie was duidelijk: Graetheide is ongeschikt. Hieronder het artikel uit "De Limburger"van 23 mei 2011.
In een commentaar op het onderzoek zegt de voorzitter van de Stichting OPAC dat er eerst boringen verricht moeten worden om zeker te weten dat het niet gaat (kosten wéér enkel miljoenen belastinggeld). De nieuwe gedeputeerde van der Broeck (die het project van Kersten overgenomen heeft) is realistischer. Hij vindt dat er naar een ander locatie gezocht moet worden.
Commissie provinciale Staten bespreekt TNO-rapport
Op 16 september is in de Statencommissie gesproken over het TNO-rapport. Gedeputeerde v.d. Broek deelde mee dat Graetheide afvalt voor het ondergrondse deel van de OPAC. Er wordt naar de door TNO aanbevolen lokaties gekeken. Ook wordt de mogelijkheid onderzoht om het bovengrondse bassin wel op Graetheide te leggen maar het ondergrondse elders. Ertussen komt dan een kilometerslange transportleiding. De gedeputeerde zal een stappenplan maken hoe hiermee verder te gaan.
De standpunten van de fracties waren:
- stoppen met OPAC: SP en GroenLinks
- doorgaan als het bedrijfsleven meedoet: PvdA, CDA, PVV, VVD
- doorgaan ook als bedrijfsleven niet meedoet: D66.
Reactie Graetheidecomité op het Interim-rapport van de Stichting OPAC
November 2010
De Stichting OPAC, onder leiding van DSM-directeur Schneiders en ex-burgemeester Mans heeft eind november 2010 een rapport gepubliceerd over de OPAC. Het Graetheidecomité heeft de tussenrapportage van de Stichting OPAC bestudeerd en met de voorzitter van de Stichting besproken.
Het comité heeft een hele reeks opmerkingen en vragen en we zullen de komende maanden met hulp van deskundigen dieper ingaan op een aantal onderdelen, zoals bijvoorbeeld de vraag of met OPAC een bijdrage wordt geleverd aan het bevorderen van duurzame energie of dat met name het belang van nieuwe kerncentrale(s) en kolencentrales hiermee primair gediend wordt. In het volgende spitst het Graetheidecomité, mede gezien de beperkte tijd welke we voor beoordeling gehad hebben, zich toe op de economische en financiële aspecten van de tussenrapportage. Het rapport van de Stichting OPAC geeft hoofdzakelijk een overzicht van de standpunten en economische aspecten van OPAC zoals die bij de provincie en bij Sogecom beleefd worden. Op kritische rapporten (KEMA) wordt nauwelijks ingegaan en de conclusies hiervan worden niet besproken. Uit het rapport blijkt een sterke neiging om het project boven water te houden: de investeringen worden onverantwoord laag ingeschat en de baten worden gebaseerd op zeer twijfelachtige aannamen over de volatiliteit van de stroomprijzen gedurende de komende 50 jaar. Een fraai voorbeeld van naar het gewenste resultaat toe rekenen zijn de grafieken op blz. 14 en 15. Aangenomen is hier dat de OPAC de nachtstroom gratis krijgt. In de toelichting zegt het rapport wel dat dit in realiteit (vooralsnog) onwaarschijnlijk is maar desondanks rekent men ermee.
In het volgende zullen we beargumenteren dat grote vraagtekens geplaatst kunnen worden bij het rapport van de Stichting. We sluiten af met een conclusie en oproep aan Provinciale Staten.
Economische en financiële aspecten
Uitgaande van zeer optimistische aannamen (waarover later meer) wordt berekend dat de inkomsten (dit is het verschil tussen verkoop en aankoop van elektriciteit) in 2020 ongeveer € 200 miljoen zouden bedragen (zie onderste figuur op blz. 25). De jaarlijkse kosten van OPAC, zijnde € 180 miljoen [1]) moeten hiervan afgetrokken worden. Resteert een verwachte winst in 2020 van € 20 miljoen (op een investering van ca. € 2 miljard !). Voor 2009 zijn de inkomsten berekend op slechts 63 miljoen en zou de OPAC dus zwaar verlies hebben geleden. Dus ondanks deze zeer optimistische inschattingen is de winst op zijn hoogst zeer marginaal.
In het onderstaande zullen we duidelijk proberen te maken waarom de inkomsten ook nog veel te hoog en de kosten te laag zijn ingeschat.
Inkomsten OPAC.
De inkomsten komen uit het verschil tussen inkoopsprijs (’s nachts) en verkoopsprijs. Gezien de vaste kosten van de OPAC van € 60 per MWh (zie figuren op blz. 14) en rekening houdend met 20 % verlies moet de marge tussen in- en verkoopprijs groter dan 70 €/MWh zijn om winst te kunnen maken. In de eerste helft van 2010 bedroeg de gemiddelde marge in Nederland 15-20 €/MWh; de goedkoopste nachturen zitten daar soms nog 10-15 €/MWh onder. Een marge van 30-35 €/MWh is dus het maximaal haalbare, terwijl dit 70 moet zijn om quitte te spelen. De Stichting OPAC verwacht dat de prijsfluctuaties na 2020 veel groter zullen zijn dan in 2009. De gebruikte cijfers (bovenste figuur op blz. 25) slaan echter op een situatie dat er nauwelijks maatregelen getroffen zijn om die fluctuaties te beperken. Met name wordt geen rekening gehouden met het feit dat door opslagsystemen die fluctuaties automatisch verminderd worden (bij de figuur wordt vermeld: Power Storage Plants not included). Alleen Duitsland heeft momenteel al een opslagcapaciteit gelijk aan die van 5 OPAC’s. De Stichting geeft in het rapport zelf aan dat opslag de marge wezenlijk verlaagt, maar men laat dit bij de berekeningen buiten beschouwing. De berekeningen zijn dus, gezien de huidige situatie wat betreft opslagcapaciteit, veel te rooskleurig
Toekomstige ontwikkeling van de prijsvolatiliteit
Het rapport van de Stichting wijst er op (blz. 12) dat in de toekomst meer flexibiliteit-bevorderende maatregelen genomen zullen worden, waardoor de prijsfluctuaties verminderen. Met name een verdere groei in opslagmogelijkheden reduceert de winstkansen voor OPAC. Ook de risicoanalyse (punt 1.3 en 4.1) wijst op dit gevaar.
Dat opslag in de toekomst een veel belangrijker rol zal spelen blijkt uit het feit dat een aantal nieuwe installaties gepland zijn. Zwitserland b.v. heeft momenteel 3 nieuwe installaties in voorbereiding. Doorslaggevend kan echter de opslag in Noorwegen en Zweden zijn. De “Sachverständigenrat für Umweltfragen” van de Duitse bondsregering signaleert in een recent rapport dat waterkrachtcentrales vrij goedkoop in opslagsystemen kunnen worden veranderd. In Noorwegen is op die manier een opslagcapaciteit gelijk aan die van 25 OPAC’s eenvoudig te realiseren en in Zweden 15.
Tegen deze veel goedkopere opslagmogelijkheden kan OPAC niet concurreren. Een gewone PAC kost namelijk minder dan de helft van een OPAC en de ombouw van waterkracht-centrales in Zweden en Noorwegen is nog goedkoper. Verder zullen ook kolenvergassing, CAES, “smart”consumptie, interconnectie, kleinschalige energieopwekking en elektrische auto’s in sterke mate de onbalans in het stroomnet compenseren en daardoor de prijsfluctuaties reduceren. De inkomsten van OPAC zullen daardoor sterk afnemen. In de berekeningen van de opbrengst van de OPAC houdt men hier echter geen rekening mee.
In de verdere toekomst zal ook overtollige stroom via elektrolyse van water, samen met CO2 in methaan omgezet kunnen worden. Het rendement is slechts 60 %, maar daar staat tegenover dat er meteen CO2 gebonden wordt, dat langduriger opslag mogelijk is en dat de opslagcapaciteit voor methaan in het bestaande gasnet praktisch onbeperkt is.
Kosten OPAC.
De opslagkosten worden door de Stichting begroot op 60 €/MWh (€ 180 miljoen per jaar). De hieraan ten grondslag liggende investeringsraming (1400-1800 miljoen) is echter duidelijk te laag. Renteverlies tijdens de bouw is b.v. niet meegerekend. Bovendien is de onzekerheidsmarge groot (40%). Dit betekent dat de investering in werkelijkheid mogelijk boven 2,5 miljard zal liggen. De ervaring met dit soort nieuwe en grote projecten leert dat een aanzienlijke overschrijding van dit bedrag eerder regel dan uitzondering is. De Stichting stelt zelf ook dat een dusdanig gecompliceerd project het risico van aanzienlijke (onvoorziene) meerkosten met zich meebrengt. Het grootste risico is, volgens de Stichting, dat de techniek om op 1400m diepte een dergelijke installatie te bouwen nog nooit is uitgevoerd en gecompliceerd zal zijn.
Conclusie.
Het Graetheidecomité concludeert dat er zelfs uit de zeer optimistische berekeningen van de stichting OPAC volgt dat een rendabele exploitatie van een OPAC niet waarschijnlijk is. Het Graetheidecomité stelt Provinciale Staten dan ook voor om op basis van de voorliggende stukken niet in te stemmen met het verzoek om uit provinciale middelen voor vervolgonderzoek 5 miljoen beschikbaar te stellen.
Daarvoor in de plaats dient eerst een (korte) studie door onafhankelijke deskundigen op het gebied van energiehandel te worden uitgevoerd om na te gaan of de door de Stichting berekende opbrengst van OPAC in het licht van de internationale energiemarkt en de in de toekomst te verwachten volatiliteit van deze markt reëel is.
Deskundigen van KEMA schieten OPAC af!
April 2010
Het langverwachte rapport van KEMA over de noodzaak van opslag van electrische energie is uit. KEMA is een van de meest deskundige instituten in Nederland op dit gebied en is door de regering gevraagd dit rapport op te stellen. De conclusies van Kema zijn gebaseerd op een theoretisch model dat de Europese elektriciteitsvoorziening simuleert en daarbij de totale kosten van die voorziening, met name in Nederland, minimaliseert.
De provincie heeft het rapport bestudeerd en stelt dat de belangrijkste conclusies van het Kema rapport zijn:
1. De waarde van elektriciteitsopslag is zeer beperkt,
2. Er is geen technische noodzaak voor elektriciteitsopslag,
3. Elektriciteitsopslag levert een zeer beperkte C02 reductie,
4. De mate waarin windenergie meer kan worden aangewend, of minder behoeft te worden afgeschakeld, door het bestaan van elektriciteitsopslag, is beperkt.
Dit rapport is dus de doodsteek voor het OPAC-project omdat Rijkssubsidie er nu niet meer in zit. Maar de provincie neemt hier geen genoegen mee en gaat gewoon door met pogingen om de OPAC van de grond te krijgen. Ze heeft drie deskundigen het rapport laten bestuderen en die zijn het helemaal niet met het KEMA-rapport eens. Ze hebben diverse malen met KEMA gesproken om een positiever standount over de OPAC in het rapport te krijgen, maar zonder resultaat De drie deskundigen van de provincie hebben een commentaar van 4 bladzijden naar Provinciale Staten gestuurd. Onze eerste indruk van dit commentaar is dat het erg wazig is en dat er vooral gezocht is naar argumenten om de OPAC toch nog te redden. De drie "deskundigen" vallen het rapport aan op het punt dat het gebruikte model niet geschikt is om de bedrijfseconomische waarde van een OPAC te berekenen. Dat is echter nooit het doel van het onderzoek geweest. Het onderzoek moest kijken naar nut en noodzaak van zo'n systeem voor Nederland (eenergiebesparing, CO2-emissie enz). Naar de bedrijfseconomie (of met een OPAC winst te maken is) moet OPAC zelf uitzoeken. Positef is dat de provincie het eens is met conclusie 2: er is geen technische noodzaak voor energieopslag. Met de andere conclusies is men het niet eens; duidelijke argumenten waarom zij het beter weten dan de deskundigen van KEMA ontbreken. Overigens zijn er al eerder rapporten van o.a. TU Delft, ECN, Tennet en de Energieraad verschenen die tot ongeveer dezelfde conclusie kwamen als de KEMA.
Uitzending op L1 over KEMA-rapport.
![]() |
Dit verdwijnt als hier de OPAC komt. |
In een door L! uitgezonden gesprek hierover met Kerstjens (GS-lid) en Slangen (voorzitter Graetheidecomité stelt Kersten dat KEMA alleen naar de belangen van de grote energiemaatschappijen kijkt. Net die grote energiemaatschappijen (Essent, Nuon, E.on) stonden 3 jaar geleden mee aan de wieg van OPAC. Dit lijkt ons weer het zoveelste gelegenheidsargument van Kersten.
Over de tegenstanders van OPAC zegt Kersten: "'Aan dat soort mensen hebben we niets in Nederland". We vragen ons op onze beurt af wat je hebt aan mensen die op kosten van de belastingbetaler als een blind paard achter een waanidee aanhollen.
Commissie van Provinciale Staten besprak KEMA-rapport
Op 23 april besprak een commissie van Provinciale Staten het KEMA-rapport en de reactie daarop van drie door de provincie ingehuurde deskundigen. Voor de Statenleden bleek het bestuderen van het rapport (80 bladzijden Engelse tekst) te veel gevraagd. De discussie ging vooral over algemene zaken die met energieopslag te doen hebben. Daardoor kwam gedeputeerde Kersten weer weg met enkele merkwaardige uitspraken. Hij vindt het KEMA-rapport helemaal niet negatief over OPAC, terwijl het rapport duidelijk stelt dat er geen noodzaak voor een OPAC is en de waarde ervan zeer beperkt is. Verder stelde Kersten dat een OPAC de productiviteit van windenergie met 40 % ve4rbetert, terwijl in het KEMA-rapport staat dat die verbetering ongeveer 1 % is. Verder beweert Kersten dat de stroomprijs door een OPAC een stuk lager wordt, terwijl uit de cijfers van het KEMA-rapport is af te leiden dat het dan gaat om slechts 15 Eurocent per jaar (!) voor een gemiddeld gezin. De Statenleden reageerden niet op deze foute beweringen van Kersten.
Uit de discussie kwamen ook enkele positieve resultaten. Zo maakten alle fracties duidelijk dat de industrie de OPAC zal moeten bouwen en dat de provincie geen financiële risico’s op zich mag nemen. Volgens ons zal geen enkel bedrijf hieraan beginnen omdat eenzelfde installatie in de Ardennen of de Eifel minder dan de helft van een OPAC kost.
Verder werd door D66 en de PvdA er op aangedrongen dat de provincie eindelijk eens met het Graetheidecomité moet gaan praten. In december was een gesprek al toegezegd, maar tot een afspraak is het tot nu toe niet gekomen. Kersten zei toe met ons te gaan praten.
Valse argumenten om een OPAC door te drukken
Februari 2009
In de Limburgse kranten hield journalist Peter Kamps een pleidooi voor ondergrondse energieopslag (OPAC) op Graetheide. Tegelijkertijd probeerde Ed Nijpels (ex-minister) hetzelfde in de NRC. Beiden worden aangestuurd door de Limburgse gedeputeerde Bert Kersten. Nijpels krijgt hiervoor betaald, Kamps niet. Alle drie geven ze er echter blijk van niet op de hoogte te zijn van de mogelijkheden en praktische beperkingen van een OPAC. Beschamend is verder dat Kersten door Kamps met modder laat gooien naar minister v.d. Hoeven van Economische Zaken. De minister is tegen een OPAC en baseert zich daarbij op gedegen wetenschappelijk onderzoek van o.a. de TU Delft en Tennet. Volgens Kersten is ze echter niet tegen vanwege zakelijke argumenten, maar omdat ze afgewezen is als Commissaris van de Koningin in Limburg. Met dit soort opmerkingen, waar de achterdocht en de frustratie vanaf druipen, diskwalificeert Kersten zich als gedeputeerde en politicus.
Inhoudelijk blijken de drie heren (Kersten, Nijpels en Kamps) in hun promotie van de OPAC er goed naast te zitten. Nijpels stelt dat de OPAC opgeladen wordt door windmolens als er windenergie over is. Volgens studies van de TU Delft en TenneT zal dit tot 2020 echter niet het geval zijn. Daarna kan er soms (10 % van de tijd) wel energie over zijn, als de bouw van nieuwe windmolens dan nog doorgaat. Als de OPAC alleen met overtollige windenergie wordt opgeladen zou hij dus 90 % van de tijd stilstaan. En iedere ondernemer weet dat een stilstaande fabriek geld kost in plaats van opbrengt. Verbazingwekkend is dat Nijpels desondanks zegt dat voor de OPAC geen subsidie nodig is. Kersten ziet in dat dit wel nodig is en wil een deel van de winst van de Essent-verkoop aan de OPAC besteden.
Een energieopslagcentrale van de grootte van de OPAC is rendabel als hij niet meer dan een miljard kost en full-time kan draaien. Dat volgt uit een simpel rekensommetje. De OPAC echter kost minstens twee miljard en zal dus zonder subsidie nooit rendabel zijn. Nijpels en Kamps verwijzen naar het buitenland waar tientallen installaties staan. Die hebben echter allemaal het waterreservoir op een heuvel en niet 1400 meter onder de grond. Ze zijn daarom meer dan de helft goedkoper dan de OPAC en dan loont het wel. Als je tenminste full-time draait, dus als er geen windenergie over is wordt er ‘snachts energie van kolen- of kerncentrales opgeslagen.
![]() |
Provinciale Staten op bezoek bij de (bovengrondse) opslag- centrale in Vianden. Linksvooraan Kersten. |
Kamps slaat de plank helemaal mis als hij beweert dat in Wales een OPAC in bedrijf is en in Beieren in aanbouw. In Wales is het een installatie zoals er een kleine 100 op de wereld zijn: met een waterbassin op een heuvel. En in Beieren gaat het om een heel ander opslagsysteem (met perslucht). Een OPAC staat nog nergens.
Aandoenlijk is de opmerking van Kersten dat er bij de OPAC een handvol windturbines moet komen om de energie aan de OPAC te leveren. Hij zou kunnen weten dat hiervoor geen handvol, maar meer dan 100 op volle kracht draaiende windmolens nodig zijn.
Overigens zijn we niet van mening dat energie-opslag helemaal niet nodig is. Als na 2020 nog veel nieuwe windmolens gebouwd worden is opslag zeker een optie. In diverse landen worden proeven gedaan met allerhande methoden. Het meestbelovend lijken decentrale systemen, waarbij per wijk of woning energie wordt opgeslagen. Vooral elektrische auto’s lijken een goede mogelijkheid hiervoor.
De OPAC in de politiek
Maart 2013: OPAC op Graetheide van de baan!
Op 7 maart had het Graetheidecomité een gesprek met het provinciebestuur (gedeputeerde Kersten) over de voortgang van de OPAC. Het ministerie van Economische Zaken heeft vanaf het begin niets gezien in de plannen. Het ministerie heeft nu officieel laten weten niet mee te betalen aan proefboringen op het Chemelot-terrein. De bedrijven die erbij betrokken zijn (de Duitse tunnelbouwer HochTief en de Franse elektriciteitsproducent EDF) willen daarom ook niet verder met het project. Reden voor de provincie om de handdoek in de ring te gooien. Kersten heeft nog een beetje hoop dat de Tweede Kamer hem helpt, maar daar ziet het niet naar uit. Overigens deelde Kersten mee dat als de OPAC ooit toch door zou gaan deze niet op Graetheide zal komen. Het verzet van de bevolking is daar te groot zei hij. De eerste felicitatie die het Graetheidecomité binnenkreeg naar aanleiding van dit succes was van Perry van der Steen (Statenlid voor de VVD).
November 2012: Ministerie weigert medewerking aan OPAC
De initiatiefnemers voor de OPAC hebben twee bedrijven gevonden die mogelijk mee willen werken aan verder onderzoek. De eerste is Hochtief, een Duits bedrijf dat gespecialiseerd is in ondergrondse boringen. De tweede is EDF, een Frans energiebedrijf dat het grootste in de wereld is op het gebied van kerncentrales. Het bedrijf maakt al veel gebruik van (bovengrondse) opslag in o.a. Frankrijk en Zwitserland. Kerncentrales raken veel inkomsten kwijt als ze 'snachts hun energie niet kwijt kunnen. Samen met gedeputeerde Kersten trok men naar Den Haag om 8 miljoen subsidie te vragen voor proefboringen. Die zouden op Chemelot moeten gebeuren, ondanks het feit dat TNO heeft vastgesteld dat de ondergrond daar waarschijnlijk ongeschikt is. De delegatie kwam van een koude kermis terug. Het ministerie ziet er niets in. De provincie wil niet meer verder praten met het ministerie en wil nu via de Tweede Kamer proberen het geld los te krijgen.
Al jaren vertelt gedeputeerde Kersten het verhaal dat er in Japan en in Wales al een ondergrondse energieopslag is en dat er in Duitsland een gebouwd wordt Volstrekte onzin. Die installaties hebben de opslag-bassins gewoon bovengronds, alleen de machinekamer is in een berg uitgehakt. Logisch dat men je in Den Haag niet serieus neemt als je zulke onzin blijft verkopen. Even op Wikipedia kijken en je ziet dat het niet waar is. |
November 2011:De provincie studeert verder over OPAC
De provincie heeft geconstateerd dat er een impasse is ontstaan bij de OPAC en dat er nauwelijks stappen voorwaarts worden gezet. Daarom werd op 1 november 2011 een plan van aanpak gepubliceerd. Via drie studies wil de provincie eind mei antwoord hebben op de volgende drie vragen.
1. Is er een geschikte locatie voor een OPAC in Limburg te vinden?
2. Zijn er marktpartijen die mee willen doen en er geld in willen steken?
3. Is er in Nederland behoefte aan een OPAC?
Het vorige college van Gedeputeerde Staten had onder aanvoering van gedeputeerde Kersten alle drie de vragen al volmondig met ja beantwoord, maar het nieuwe college wil alles nog eens opnieuw bekijke. Terug bij AF dus.
Op 20 januari 2012 vergaderde een commisie van Provinciale Staten over deze vervolgstudie.
De SP en GroenLinks willen meteen stoppen met de OPAC omdat er in Limburg volgens hen geen geschikte plaats te vinden is en omdat de marktpartijen (bedrijven) niet mee willen doen. Ook de PVV wil liever meteen stoppen omdat nu al een jaar lang naar bedrijven is gezocht en er niemand gevonden is. Ook de VVD is behoorlijk kritisch over het project; men denkt dat er betere en goedkopere mogelijkheden zijn. Het CDA wil het project stoppen zodra duidelijk zou worden dat er geen enkel bedrijf mee wil doen. De PvdA had geen behoefte aan een discussie en wil de voorgestelde studies uitvoeren. De enige die volop en enthousiast achter het plan staat is D66. Zelfs als bedrijven niet mee willen betalen wil D66 ermee doorgaan.
Gedeputeerde van der Broeck gaf aan dat er wel degelijk geschikte lokaties zijn, maar kon nog niet vertellen waar die zijn. In de wandelgangen hoorde het Graetheidecomité dat gemikt wordt op Graetheide voor het bovengrondse bassin en de omgeving van Catsop/Meers voor het ondergrondse. Ertussen moet dan een metersdikke waterleiding komen. En met marktpartijen lopen gesprekken volgens de gedeputeerde. Dat zei Kersten trouwens 2 jaar geleden ook al, maar er is nooit een naam genoemd. Verder denkt de gedeputeerde dat het grind dat uitgegraven wordt wel een miljard Euro kan opbrengen. Dat zou kunnen als het 200 € per ton zou opbrengen. In het tuincentrum kost Ardenner split 80 € per ton, dus hoe dat dan kan is de vraag.
De meerderheid van de commissie verzet zich niet tegen het uitvoeren van de studie. Die moet in mei helemaal klaar zijn.
December 2010: Commissie Provinciale Staten wil verder met OPAC
De Stichting OPAC die aangevoerd wordt door DSM-directeur Schneiders en ex-burgemeester Mans, heeft een rapport over de OPAC uitgebracht. Kosten (door de provincie betaald): 200.000 Euro. Het rapport geeft weinig nieuwe inzichten. Men heeft gewoon de allang bekende meningen en rekensommen van Sogecom (de firma die het initiatief voor OPAC heeft genomen) en de Provincie op een rij gezet. Alle kritiekpunten, zoals die van KEMA worden genegeerd. Wel worden er een groot aantal risico’s opgesomd, die de winstkansen behoorlijk verkleinen. Met veel te lage investeringsramingen en veel te optimistische schattingen van de opbrengst komt men tot de conclusie dat de OPAC 20 miljoen Euro winst kan maken per jaar. Bij een investering van 2 miljard zal volgens ons geen enkel bedrijf hieraan willen beginnen, maar de provincie ziet dat anders.De winst van OPAC komt uit het prijsverschil tussen nachtstroom en de piektarieven overdag. Momenteel is dit verschil ongeveer 25 Euro per MWh. De OPAC gaat er van uit dat dit in de toekomst meer dan 100 Euro zal zijn, maar die verwachting is nergens op gebaseerd. De Stichting OPAC erkent trouwens dat met de huidige prijzen de OPAC zwaar verliesgevend zal zijn.. Op 3 december vergaderde een commissie van Provinciale Staten meer dan 3 uur over de OPAC die op Graetheide zou moeten komen. De heer Schneiders (DSM-directeur) was meer dan een uur aan het woord om het rapport van de Stichting OPAC toe te lichten. Het Graetheidecomité kreeg 5 minuten om uit te leggen waarom we tegen dit plan zijn. Op onze website staat de brief met onze bezwaren die we aan de commissie gestuurd hebben.Het voorstel van de provincie is om verder te onderzoeken of een OPAC mogelijk is. Men wil o.a. boringen gaan doen op Graetheide om te zien of de ondergrond op 1400 meter diepte geschikt is. Dit onderzoek gaat 15 miljoen kosten, waarvan de provincie 5 miljoen wil betalen. De rest moet door bedrijven betaald worden.CDA en VVD steunen dit voorstel. Wel vindt men dat ook het Rijk mee zou moeten betalen. De PvdA wil eerst een aantal vragen beantwoord hebben voordat men akkoord gaat. Men wil o.a. weten of zoiets niet beter en goedkoper in het buitenland kan en men heeft vragen over de financiële haalbaarheid van een OPAC. Ook wil de PvdA dat als er een OPAC komt de rest van Graetheide groen blijft. DSM weigert echter hiermee akkoord te gaan.GroenLinks, de SP en de Partij voor de Dieren zijn het eens met het voorstel van het Graetheidecomité om eerst door onafhankelijke deskundigen te laten onderzoeken of een OPAC ooit winst kan opleveren.Omdat CDA en VVD een meerderheid hebben zal het plan om 5 miljoen uit te geven wel doorgaan. Voor de VVD is dit trouwens een draai van 180 graden omdat men vorig jaar het plan nog een mega-blunder noemde.De spannende vraag is nu natuurlijk of het Rijk en energiemaatschappijen willen mee betalen aan het onderzoek. Als die niet willen gaat het niet door. Een definitieve beslissing wordt in februari genomen.
April 2010:Statencommissie bespreekt KEMA-rapport
Op 23 april besprak een commissie van Provinciale Staten het KEMA-rapport en de reactie daarop van drie door de provincie ingehuurde deskundigen. Voor de Statenleden bleek het bestuderen van het rapport (80 bladzijden Engelse tekst) te veel gevraagd. De discussie ging vooral over algemene zaken die met energieopslag te doen hebben. Daardoor kwam gedeputeerde Kersten weer weg met enkele merkwaardige uitspraken. Hij vindt het KEMA-rapport helemaal niet negatief over OPAC, terwijl het rapport duidelijk stelt dat er geen noodzaak voor een OPAC is en de waarde ervan zeer beperkt is. Verder stelde Kersten dat een OPAC de productiviteit van windenergie met 40 % verbetert, terwijl in het KEMA-rapport staat dat die verbetering ongeveer 1 % is. Verder beweert Kersten dat de stroomprijs door een OPAC een stuk lager wordt, terwijl uit de cijfers van het KEMA-rapport is af te leiden dat het dan gaat om slechts 15 Eurocent per jaar (!) voor een gemiddeld gezin. De Statenleden reageerden niet op deze foute beweringen van Kersten.
Uit de discussie kwamen ook enkele positieve resultaten. Zo maakten alle fracties duidelijk dat de industrie de OPAC zal moeten bouwen en dat de provincie geen financiële risico’s op zich mag nemen. Volgens ons zal geen enkel bedrijf hieraan beginnen omdat eenzelfde installatie in de Ardennen of de Eifel minder dan de helft van een OPAC kost.
Verder werd door D66 en de PvdA er op aangedrongen dat de provincie eindelijk eens met het Graetheidecomité moet gaan praten. In december was een gesprek al toegezegd, maar tot een afspraak is het tot nu toe niet gekomen. Kersten zei toe met ons te gaan praten.
Maart 2010: Vragen VVD over OPAC
In Provinciale Staten zijn door dhr. Aarts (VVD) vragen gesteld over de op Graetheide geplande ondergrondse energieopslagcentrale (OPAC). De vragen zijn op 2 maart 2010 door GS beantwoord. Op de vraag “Is het juist dat er nergens ter wereld eerder een OPAC-systeem ondergronds is ontwikkeld” geven Gedeputeerde Staten een volstrekt onjuist antwoord. GS stelt: “In Japan is momenteel een OPAC operationeel”. Dit is pertinent onwaar. De genoemde opslagcentrale (Kazunogawa) is een gewone PAC, waar de machinekamer ondergronds is, maar de waterbassins niet.
Begin 2009 beweerde GS in antwoord op vragen uit de Staten dat er al OPAC’s in aanbouw waren in Engeland en Duitsland. Ook dit was niet waar. Hoe het mogelijk is dat GS hierover stelselmatig onjuiste informatie verstrekt is ons een raadsel. Het kan onkunde zijn of bewust onjuist informeren van Provinciale Staten.
Ook de informatie over de investeringskosten lijkt niet erg betrouwbaar. GS raamt die op 1,8 miljard maar zegt op vragen van Aarts dat niet bekend is of hierbij ook renteverlies bij de bouw is meegerekend. Blijkbaar is deze begroting uit een hoge hoed of een dikke duim gekomen, anders zou men toch weten of renteverlies is meegerekend.
Helemaal vaag zijn de antwoorden van GS op de vragen naar de geschiktheid van de locatie op Graetheide. Op de vraag of de ondergrond op 1400 meter diepte geschikt is, is het antwoord dat GS dat wel verwacht, maar dat er nog proefboringen gedaan moeten worden. Elke geoloog weet echter dat op die diepte onder Graetheide Carboon zit en dus kolenlagen. Dit maakt de locatie dus ongeschikt. Verder is de Heerlerheidebreuk dichtbij en in de toekomst mogelijk ook nog de CO2-opslag van DSM. Deze combinatie is volstrekt onverantwoord; de OPAC zal ondergronds zeer snel vol CO2 zitten.
Een andere vraag betreft de hoge temperatuur ondergronds. GS zegt dat bij de final engineering daarnaar gekeken wordt. Volgens informatie van geologen bedraagt de temperatuur op die diepte 46-48 0C. Daar moet dus eneorm gekoeld worden, waardoor het gevaar bestaat dat het gesteente scheurt en instort (gebeurt in Zuid Afrika regelmatig). Bovendien zal het opgepompte water warm zijn en bij ongunstige weersomstandigheden tot mistwolken over de A2 leiden.
Tot slot antwoordt GS op een vraag over milieuoverlast tijdens de bouw dat hieraan in de MER aandacht zal worden besteed. Dus pas als beslist is dat er gebouwd wordt zal men eens kijken naar de overlast voor omwonenden. De bouw zal 7 jaar duren en gedurende die tijd wordt ieder jaar ongeveer 1 miljoen ton steen in schepen in het Julianakanaal gestort, 7 dagen in de week, 24 uur per dag. Op enkele honderden meter afstand (in Berg, Nattenhoven, Graetheide en Obbicht) wonen mensen. Overlast is dus onvermijdelijk.
Januari 2010: Bespreking plannen OPAC in Statencommissie
Op 22 januari 2010 besprak de Statencommissie voor het Fysieke Domein de OPAC-plannen. De heer Schneiders (directeur DSM) ontvouwde in zijn functie als voorzitter van de Stichting OPAC de plannen. De beantwoording van de vragen van Statenleden was echter vaak niet erg overtuigend. Zo werd gevraagd of het niet beter was om een energieopslag in bv de Ardennen te bouwen (omdat het daar niet ondergronds hoeft maar op een heuvel kan). Schneiders antwoordde dat dat duurder zou zijn omdat de Belgen er dan nog winst op willen maken. OPAC is dus niet van plan winst te maken. Bovendien vergat hij dat een "ouderwetse" energieopslag (op een heuvel) minder dan de helft kost van een OPAC. De verstrekte cijfers blijken ook niet met elkaar te kloppen. De OPAC zou 1,8 miljard kosten. Er zouden tussen 21.000 en 35.000 mensjaren werk in de bouw ervan zitten. Als je niet nauwkeuriger weet hoeveel werk het is, hoe kun je dan zo'n precieze kostenraming maken? En bovendien, 35.000 menjaren kosten ongeveer 2 miljard als we het tarief van een automonteur rekenen, meer dus dan de hele OPAC. Van de cijfers klopt dus niet veel.CDA, D'66 en PNL kijken erg positief tegen de plannen aan (we hebben goud in handen, zei het CDA), de VVD is mordicus tegen. GroenLinks, PvdA en Partij voor de Dieren zijn niet op voorhand tegen, maar hebben nog veel vragen en bedenkingen. Zo wil GroenLinks niet dat er ook energie van kolencentrales wordt opgeslagen. En dat is duidelijk wel de bedoeling van OPAC (hoewel Schneiders er in zijn antwoord op deze vraag van GroenLinks erg omheendraaide).
Januari 2009
Gedeputeerde Staten hebben antwoord gegeven op vragen van Provinciale Staten over het nut van een OPAC (ondergronds energieopslag). Het antwoord luidt: ”Voor goede energiemanagement beschouwt TenneT een systeem zoals OPAC als noodzakelijk onderdeel hiervan. Vanuit dit oogpunt is OPAC een project van Nederlands belang.”
De recente rapporten van TenneT en van de TU Delft, waarop zich ook de minister baseert, geven echter een totaal ander beeld van de situatie.
De bedoeling is om in 2020 ongeveer 10 GW aan windvermogen (piekbelasting) in Nederland te hebben. Volgens TenneT is er tot 4 GW geen enkel probleem om dit windvermogen ook te benutten. Daarboven kan het, als het ‘snachts hard waait, voorkomen dat er te veel energie geproduceerd wordt. Bij 8 GW windvermogen zou 20 % van het opgewekte vermogen niet inpasbaar zijn. Een OPAC kan dit niet inpasbare vermogen echter niet allemaal opslaan. Slechts 1/3 kan opgeslagen worden. De OPAC is dan minder dan 10% van de tijd in bedrijf. De rest van de tijd moet hij stilstaan, ofwel hij moet energie van kolencentrales opslaan.
Dat energieopslag noodzakelijk is wordt door TenneT niet geconcludeerd; er zijn nog verschillende andere mogelijkheden om het probleem op te lossen. In Europees verband wordt naar de beste mogelijkheden gezocht. Dit onderzoek is eind 2009 klaar.
De TU Delft is nog veel optimistischer over de inpassing van windenergie. Een recente studie, uitgevoerd in opdracht van Tennet toont aan dat voor inpassing van 12 GW windvermogen geen opslag nodig is. Dat de TU tot een hoger getal komt dan in vorige studies komt omdat men nu uitgaat van flexibeler exportmogelijkheden, een grotere flexibiliteit van kolencentrales en van een hogere energievraag. Vooral de handel in electriciteit binnen West Europa biedt een veel betere oplossing dan een opslagsysteem stelt Bart Ummels, die op 26-2-2009 op dit onderwerp promoveert aan de TU Delft.
De uitspraak van GS is volkomen in strijd me bovenstaande. .
Ook op andere punten is het antwoord van GS aan Provinciale Staten misleidend.
* GS stelt dat de OPAC evenveel stroom produceert als twee kolencentrales en vergeet te vermelden dat dat maar gedurende 6 uur per dag is en dat één kolencentrales er naast moet staan om de OPAC “op te laden”. De OPAC maak geen stroomt, maar slaat die alleen op.
* GS zegt dat DSM enthousiast is over het plan. DSM weet van niets; Chemelot, de terreineigenaar, is enthousiast.
* GS beweert dat nu in Duitsland en Zwitserland twee van dergelijke systemen in aanbouw zijn. Dat zij echter geen systemen met een ondergronds bassin. Dat is daar bovengronds op een berg. Daardoor is het veel goedkoper en economisch wel rendabel, in tegenstelling tot de PAC.
Juni 2009: GS erg voorbarig met OPAC.
Op 16 juni 2009 presenteerde de provincie in Den Haag de investeringsagenda 2009-2017. Op een prominente vierde plaats in het rijtje van 22 projecten staat de OPAC. De bij de presentatie aanwezige burgemeester Cox van Sittard-Geleen, de gemeente waar de OPAC moet komen, wist van niets. Hij zag in Den Haag pas dat de OPAC ook bij de projecten zat.
Het is om verschillende redenen vreemd dat dit project op de lijst staat.
1. KEMA bestudeert nog of een degelijk project wel zin heeft en of er geen betere systemen zijn
2. Minister van der Hoeven ziet tot nu toe geen noodzaak en weigert subsidie te geven.
3. In Provinciale Staten is het plan nog niet besproken. Wel bleek tijdens de discussie over de Energienota van de provincie begin dit jaar dat er binnen P.S. op dit moment geen meerderheid voor het plan is. De VVD noemde het plan zelfs een megablunder.
4. Ook in de gemeenteraad van Sittard-Geleen is een meerderheid (waaronder de coalitiepartijen) niet overtuigd van nut en noodzaak van het plan. Ook B&W lijken niet erg enthousiast.
5. In de Regiovisie Westelijke Mijnstreek is afgesproken dat moet worden onderzocht (Ontwikkelopdracht 1) of een OPAC op Graetheide mogelijk en wenselijk is in het geval dat landelijk beslist zou worden dat een OPAC er moet komen.
6. Naast landelijke deskundgen (TU Delft, ECN) zijn ook Limburgse deskundigen, o.a. van de Universiteit Maastricht, de Hogeschool Zuyd en SenterNovem tegen het plan. Er zijn volgens hen betere methoden om in de toekomst energie op te slaan.
![]() |
Moet dit wijken voor het bassin van de OPAC?
|
Desondanks meende GS in Den Haag het plan al als een voldongen feit te kunnen presenteren. Burgemeester Cox heeft gedeputeerde Kersten, die voor de OPAC verantwoordelijk is, daar in Den Haag direct op aangesproken. Maar of dat indruk op Kersten gemaakt heeft?
Volgens het Graetheidecomité ontstaat er een vreemde situatie als het plan t.z.t. in Provinciale Staten en in de gemeenteraad besproken wordt. Voor de PvdA-fractie kan het dan een moeilijke keuze worden tussen zakelijke argumenten en loyaliteit aan de eigen gedeputeerde. En dat is niet de juiste manier om over een miljardenproject te beslissen.
Het Graetheidecomité noemt de strategie van G.S. om het plan nu al als voldongen feit te presenteren een wanhoopsoffensief tegen beter weten in. Het droevige is dat G.S., door ook dit onrijpe plan mee naar Den Haag te nemen, afbreuk doet aan de andere projecten. Die zal men in Den Haag nu ook wel met een korreltje zout nemen.
November 2008: OPAC in Provinciale Staten
Op 7 november 2008 besprak Provinciale Staten de energienota van de provincie. Voornaamste discussiepunt was de bouw van een OPAC op Graetheide.De PvdA is nog niet enthousiast over het plan en vindt de OPAC een vreemde eend in de bijt. De fractie wil een studie afwachten, die KEMA momenteel in opdracht van de minister van Economische Zaken uitvoert, alvorens een standpunt in te nemen.De VVD keerde zich zeer fel tegen het plan. Woordvoerder Aarts stelde dat hij nut en noodzaak niet ziet zitten, dat er door opslag veel energie verloren gaat en dat het plan zeker niet realiseerbaar is op Graetheide. Tegen gedeputeerde Kersten, verantwoordelijk voor het plan, zei hij “Behoed U voor een mega-blunder”.GroenLinks stelde dat volgens deskundigen een dergelijke installatie op Graetheide helemaal niet kan en wil zeker niet dat opslag leidt tot meer kolencentrales (het ministerie van EZ noemt dit ook al als nadeel).De SP ziet niet in waarom er een miljard overheidssteun aan het project gegeven zou moeten worden, is ook bang voor meer kolencentrales en diende een motie in om met het plan voor een OPAC te stoppen.D’66 is positiever over het plan; het kan volgens hen een goede ontwikkeling zijn.Gedeputeerde Kersten zei in zijn antwoord dat een OPAC nodig is om ‘s nachts windenergie op te slaan en om het elektriciteitsnet te “stabiliseren”. Hij wil echter de studie van KEMA afwachten alvorens verdere stappen te ondernemen. Overigens is Limburg de regie over OPAC kwijt, stelde hij. Die ligt nu bij de landelijke politiek en bij de elektriciteits-producenten.De motie van de SP tegen de OPAC kreeg alleen steun van de VVD en de Partij voor de Dieren. PvdA, GroenLinks en D’66 willen pas een standpunt innemen als de studie van KEMA af is.
Tweede Kamer
In de Tweede Kamer en in de kamercommissie voor Economische Zaken is de OPAC begin 2008 besproken. Dit naar aanleiding van de brief van de minister (Maria v.d. Hoeven) die nogal negatief was over de zin van enerieopslag. Vooral Hessels (CDA) en Graus (PVV) bleken uitgesproken voorstanders te zijn. Door Hessels werd een motie ingediend om een onderzoek naar energieopslag uit te laten voeren door KEMA. Dit voorstel werd unaniem door de Tweeede Kamer aanvaard op 24 april 2008. Een motie van Graus om het onderzoek te beperken tot alleen de OPAC kreeg alleen de steun van de PVV. Graus verwijt daarna Hessels dat hij Limburg in de steek laat. De studie van KEMA zou in juni 2009 klaar zijn, maar is is pas medio 2010 verschenen.
Gemeentebestuur Sittard-Geleen
In de gemeenteraad is het plan nog niet besproken. In maart 2009 heeft Sogecom het plan toegelicht in de vergadering van B&W.
November 2008
Hoe werkt een OPAC?
November 2008
Een OPAC (afkorting van Ondergrondse Pomp Accumulatie Centrale) pompt ‘s nachts met goedkope overtollige stroom water naar een hoogliggend bassin en produceert overdag nieuwe duurdere stroom door dit bassin via turbines leeg te laten lopen in een lagergelegen plaats. Belangrijk bij een OPAC is het hoogteverschil tussen de bassins. Hoe groter hoogteverschil, hoe meer energie geproduceerd kan worden met dezelfde hoeveelheid water. De meeste OPAC’s in Europa (veertig in totaal) zijn dan ook te vinden op plekken waar bergen en dalen zijn. Een bassin ligt hoog op een berg en het andere bassin in een dal. Bij Vianden ligt een OPAC, het hoogeverschil ter plekke bedraagt 280 meter. In Nederland kennen we dergelijke hoogteverschillen niet, daarom wordt er gezocht in ondergrondse oplossingen. Initiatiefnemer ingenieursbureau Sogecom wil een ondergronds bassin op een diepte van 700 meter, bovengronds komt er een bassin van 25 hectare (500 bij 500 meter). Ongeveer zes uur per dag kan dan stroom worden geproduceerd (evenveel als een gewone elektrische centrale) en de rest van de tijd wordt er stroom verbruikt om door het ondergrondse water weer naar boven te pompen. Een alternatief is het plan Lievense: een bassin in de Noordzee. Hier is het hoogteverschil erg klein dus het bassin moet veel groter zijn dan bij een OPAC.
Waarom energieopslag?
Iedere nacht is er een overcapaciteit aan stroom, omdat dan minder stroom verbruikt wordt door bedrijven en consumenten. Mede daarom worden ‘s nachts gasgestookte centrales gestopt. Als de stroom die over is, kan worden opgeslagen, zijn er overdag minder centrales nodig wat bijdraagt aan minder CO2-uitstoot. Sogecom is van mening dat windturbines in de toekomst zoveel overtollige energie zullen produceren dat zij ‘s nachts gestopt moeten worden. Als die energie in de OPAC opgeslagen kan worden, kan dit volgens Sogecom een besparing aan CO2-emissie opleveren van ongeveer 2 miljoen ton per jaar. Een alternatief is echter het koppelen met electriciteitsnetten in andere landen. In Noorwegen b.v. is het stroomverbruik '‘ nachts groter dan overdag (de huizen zijn electrisch verwarmd). Een eerste kabel naar Noorwegen is onlangs in gebruik genomen.
Wat kost een OPAC?
De vraag is natuurlijk of er geld verdiend kan worden met een OPAC. Er is goedkope nachtstroom nodig om een OPAC te laten draaien, maar vervolgens komt er duurdere stroom uit. De initiatiefnemers denken zelf dat het lonend is als de investering niet hoger is dan 1 miljard euro. De kosten voor een OPAC in Graetheide worden echter momenteel al geschat op 2,1 miljard euro. Als de overheid een miljard euro bijlegt, wordt het project pas rendabel. Gevreesd moet worden dat de kosten uiteindelijk nog hoger zullen uitvallen (zoals dat meestal met grote projecten gaat). Die zullen op het bordje komen van de belastingbetaler. Ongeveer tweederde deel van het totaalbedrag gaat naar het maken van het ondergrondse waterbassin. Centrales die gebruikmaken van natuurlijke hoogteverschillen (berg en dal) zijn natuurlijk vele malen goedkoper en dus rendabel.
Ondersteuning voor OPAC.
Het OPAC-plan wordt breed ondersteund. De provincie Limburg, diverse leden van de Tweede Kamer en VNO-NCW zijn voorstander van een OPAC op Graetheide. Het ministerie van Economische Zaken ziet echter niets in het plan. Het ministerie baseert zich op studies van het Energy Research Center Netherlands, TU Delft, Tennet en KEMA. Uit deze onderzoeken blijkt namelijk dat de CO2-emissie toeneemt omdat de opslagmogelijkheid in een OPAC ertoe leidt dat ‘s nachts meer kolencentrales gaan draaien (die een twee keer zo hoge CO2-emissie hebben). Bovendien, zo meent het ministerie, is opslag helemaal niet aan de orde en zijn er betere alternatieven beschikbaar indien blijkt dat opslag wel noodzakelijk is. Het plan is om de centrale te bouwen op het gebied op Graetheide dat nu in bezit is van Chemelot (DSM). Uiteraard is ook het Graetheide Comité betrokken bij het plan.
Graetheidecomité tegen OPAC
November 2008
Het Graetheidecomité is tegen de bouw van een ondergrondse energieopslagcentrale (OPAC) op Graetheide.De belangrijkste bezwaren van het comité zijn:
1. het feit dat hiermee de CO2-emissie (in tegenstelling tot wat de initiatiefnemers stellen) niet vermindert maar zelfs groter wordt;
2. dat er een subsidie van ongeveer 1 miljard nodig is, terwijl de maatschappelijke baten zeer gering of mogelijk zelfs negatief zijn;
3. dat er voor energieopslag betere alternatieven zijn;
4. en het feit dat de locatie op Graetheide hiervoor niet geschikt is.
Mogelijke voordelen OPAC.
Initiatiefnemer Sogecom baseert het nut van de OPAC voornamelijk op het feit dat er in de toekomst te veel windmolens zijn om die ook in de nacht te laten doordraaien. Volgens EZ, dat zich baseert op rapporten van Tennet, ECN en TU Delft, zal deze situatie zich echter niet voordoen. Uit ervaringen in Denemarken blijkt ook dat dit niet het geval is. Wel zullen dan ’s nachts kolencentrales teruggeregeld moeten worden als er veel wind is.De plannen zijn om in 2020 ongeveer 6 GW (piekvermogen) aan windenergie te hebben. Als het ’s nachts hard waait zijn er zeker 5 GW over. Een OPAC kan ongeveer 0,6 GW opslaan. Dus er zouden 8 OPAC’s nodig zijn om dit kwijt te kunnen als de kolencentrales niet terugegeregeld worden.De in kolen- of gasgestookte centrales opgewekte energie kan ook worden opgeslagen in de OPAC, maar dan neemt de CO2-emissie toe om de volgende redenen:
- het rendement van een OPAC is 80 %, dus 20 % van de erin gestopte energie gaat verloren; de CO2-emissie neemt dus met 25 % toe;
- opslagmogelijkheid leidt volgens EZ tot meer kolencentrales die 70 % meer CO2 produceren dan gasgestookte;
- het energieverbruik tijdens de bouw leidt tot een grote CO2-emissie. ,
Ook wordt vaak als argument voor een OPAC genoemd dat deze evenveel stroom levert als twee kolencentrales. Dat klopt niet, want een moderne kolencentrale levert 1100 MW gedurende 24 uur per dag en de OPAC 1400 MW gedurende slechts 6 uur. En gedurende de overige 18 uur produceert de OPAC niets, er moet dan 600 MW ingestopt worden! Een OPAC levert geen stroom; er wordt alleen stroom tijdelijk opgeslagen. De werkelijke reden voor het streven naar een OPAC lijkt ons niet de zorg om het stoppen van windmolens maar de bouw van kolencentrales. Essent, Nuon en E.ON nemen niet voor niets deel in het project: alle drie hebben ze een nieuwe kolencentrale in Nederland gepland. Daar is winst mee te maken omdat de stroomprijs in Nederland hoog is en kolencentrales goedkoop. En om de stroom ‘s nachts kwijt te kunnen moet er een opslagsysteem komen. Op kosten van de belastingbetaler natuurlijk, want dat betekent extra winst voor de kolencentrales.
Investerings- en operationele kosten
De geraamde investeringskosten bedragen 2,09 miljard Euro (informatie Tennet). In maart 2008 werd dit nog op 1,7 miljard geraamd. Oorspronkelijk wilden Essent, Nuon en E.ON samen 1,2 miljard bijdragen. Men wil van de overheid een subsidie van 0,9 miljard. Te vrezen valt dat dat nog wel meer zal worden omdat de kosten van zulke grote projecten meestal veel hoger zijn dan geraamd. Het zou de overheid dus best nog eens 2 miljard kunnen kosten. Inmiddels (2010) zijn die energiemaatschappijen niet meer zo enthousiast..
Wat hiertegenover staat als maatschappelijke baten is door deputé Kersten als volgt geformuleerd: “het is duurzaam, zorgt voor extra werkgelegenheid en sluit goed aan bij de mijnbouwtraditie van Limburg en bij het mijnwaterproject in Heerlen”.Dat het niet duurzaam is (de CO2-emissie neemt toe) hebben we al aangetoond. Of we in Limburg, gezien de sterke afname in beroepsbevolking nog behoefte hebben aan dit soort extra werkgelegenheid is zeer de vraag. En als het enige maatschappelijke voordeel het aansluiten aan de mijnbouwtraditie is, dan is het prijskaartje wel erg hoog.Ook de operationele kosten van een OPAC zijn hoog. Het energieverlies bedraagt 20 % en dat betekent per dag een verlies aan elektrische energie ten bedrage van 100.000 Euro (gerekend aan nachttarief).
Alternatieven
Er zijn meerdere systemen beschikbaar om, indien dat nodig zou zijn, energie op te slaan of de noodzaak van opslag te verkleinen. Diverse studies zijn uitgevoerd om deze systemen met elkaar te vergelijken. Als beste optie komt steeds naar voren een betere koppeling van de netten in Europa, waardoor meer energie uitgewisseld kan worden. Noorwegen b.v. gebruikt ’s nachts meer stroom dan overdag (voor verwarming van de huizen). Er ligt al een kabel naar Noorwegen om energie uit te wisselen; een tweede zou goed mogelijk zijn. Andere landen hebben mogelijkheden voor opslag in een bassin op een berg i.p.v. onder de grond. De waterkrachtcentrales in Noorwegen en Zweden kunnen makkelijk aangepast worden zodat ze ook energie kunnen opslaan. Dat is veel goedkoper dan een OPAC en er is een capaciteit gelijk aan die van 40 OPAC's. Uitwisseling met die landen is dus ook een optie. En als er toch gekozen zou moeten worden voor opslagvoorzieningen in Nederland, dan zijn volgens een studie van ECN (dec. 2007) een CAES (opslag d.m.v. samengeperste lucht in een zoutkoepel) en het plan Lievense (eiland in zee) aantrekkelijker en eerder rendabel dan een OPAC. En de laatste nieuwe trend is decentrale opslag in de accu's van electrische auto's.
Locatie Graetheide
![]() |
Hier zou de OPAC moeten komen.
|
De keuze voor Graetheide als vestigingsplaats is erg ongelukkig. De Westelijke Mijnstreek is al praktisch helemaal volgebouwd met industrie, woningen en infrastructuur. Het woonklimaat is door het ontbreken van voldoende groen en recreatievoorzieningen verre van optimaal. De laatste jaren wordt er hard aan gewerkt om dit te verbeteren, maar een OPAC doet daar sterk afbreuk aan. Een bovengronds bassin van 30 ha is geen aanwinst voor de omgeving, ook al wordt het voorzien van een groengordel. Verder zal er gedurende de 7 jaar dat de bouw duurt grote overlast ontstaan door het storten van de uitgegraven steen in schepen op het Julianakanaal. Vooral in de dorpen Berg a/d Maas, Obbicht en Graetheide zal het geluidsniveau vaak boven het wettelijk maximum komen te liggen. En dat in een tijd dat de afgravingen langs de Maas ook al voor de nodige overlast zorgen. Volgens geologen is echter op 1400 meter diepte geen stabiel gesteente aanwezig. Er zitten breuken en kolenlagen. Een ander probleem op 1400 m diepte is de temperatuur, die daar 45-47 graden bedraagt. Koelen is mogelijk (in Zuid-Afrika doet men dat), maar doordat dan ook het gesteente afgekoeld wordt en gaat krimpen is er een groot instortingsgevaar. Het lijkt ons niet verantwoord om mensen onder die omstandigheden daar vijf jaar lang te laten werken. Zeker niet gezien in het licht van het POL, waar in staat dat er gestreefd wordt naar “een meer kennisintensieve en hoogwaardige werkgelegenheid op Graetheide”. Bovendien leidt het warme water in het bassin, afhankelijk van de weersomstandigheden, tot mistwolken over de A2 en de omliggende dorpen.